Grenswaarde staat voor het maximaal toelaatbare aantal asbestvezels per kubieke meter (m3) lucht bij vrijgave van een containment na saneringswerkzaamheden.
In de meeste Europese landen geldt een grenswaarde van 100.000 vezels per m3 lucht. Enkele landen kennen een strenger beleid en hebben de grenswaarde vastgesteld op 10.000 vezels per m3 lucht.
In Nederland is de grenswaarde bepaald op 2.000 per m3 lucht.
Alle saneringen die met de FoamShield methode worden uitgevoerd zijn gebonden aan validatie. Bij validatie moet het aantal gevonden vezels onder 10% van de grenswaarde blijven.
Daar waar traditionele saneringen vrijgegeven kunnen worden bij aanwezigheid van 2.000 asbestvezels per kubieke meter lucht, ligt die grens bij FoamShield op 200 vezels per m3 lucht, veel strenger, veel schoner, veel veiliger.
In de meeste gevallen is het met FoamShield mogelijk om de vezelemissie tot NUL te beperken.
Alle producten uit de FoamShield productlijn milieuvriendelijk en biologisch afbreekbaar, onschadelijke voor dier, milieu en mens.
Daarbij levert de methode een enorme besparing op aan (wegwerp) grondstoffen, zoals de folie voor containments (naar schatting wordt in NL 60 miljoen m2 folie per jaar verbruikt voor asbestsanering).
Doordat onderdruk machines overbodig zijn, is het energieverbruik bij saneringen ook aanzienlijk lager bij toepassen van de FoamShield methode in vergelijk met traditioneel saneren.
De strengere grenswaarden zorgen ervoor dat er minder vezels in de omgeving terecht komen in vergelijk met traditioneel saneren.
Projecten kunnen efficiënter worden uitgevoerd, tot meer dan 4 x sneller, dat betekent minder kilometers voor medewerkers en materialen.
Voor sanering met de FoamShield methode in Risicoklasse 1 is op- en afbouw van containments niet meer nodig. Er hoeft geen de-contaminatie unit te worden geplaatst, onderdrukmachines zijn niet nodig en een tijdrovende, (dure) eindmeting hoeft niet te worden uitgevoerd, een grote tijdwinst door het wegvallen van wachttijd.
Het tijdsverschil bedraagt al gauw 3 uur per sanering! Tel daarbij op dat medewerkers geen verplichte pauze hoeven te nemen, omdat ze geen adembescherming hoeven te dragen.
De contaminatie-unit en onderdrukmachines zijn niet nodig. Bij traditionele sanering moeten deze vaak in aangrenzende ruimtes worden geplaatst. Hierdoor moet soms een halve woning of een groot deel van een gebouw ontruimd worden, ook als het gaat om een kleinschalige sanering. Bij de FoamShield methode is dat niet nodig, zodat de sanering veel minder ingrijpend is voor het gebruik van het pand. Bewoners kunnen blijven wonen en weknemers kunnen doorwerken.
Doordat er tijdens het saneren met de FoamShield methode geen kans is op blootstelling aan asbestvezels is het niet nodig om beschermende kleding en adembescherming te dragen.
Naast praktische voordelen zoals beter zicht en betere beweeglijkheid biedt dit ook Arbo technische voordelen. Medewerkers moeten bij gebruik van adembescherming elke 2 uur een verplichte pauze in te lassen en mogen maximaal 3 shifts per dag worden ingezet. Bij gebruik van de FoamShield methode kunnen medewerkers 8 uur per dag worden ingezet met een hogere productiviteit per uur.
Overigens zullen saneerders die met de FoamShield methode werken vaak een groene overall dragen. Daarmee is het voor controlerende instanties makkelijk om de gecertificeerde FoamShield saneerders snel te herkennen.
Voorafgaand aan de werkzaamheden hoeft de ruimte vaak maar beperkt leeggeruimd te worden.
Er hoeft geen containment te worden gebouwd en er hoeft geen de-contaminatie unit ('sluis') te worden geplaatst. Hierdoor blijft de inbreuk op het gebruik van het object tijdens de werkzaamheden beperkt. Bewoners hoeven hun huis niet uit en vaak kunnen door blijven werken in het bedrijf waar de sanering plaatsvindt.