Voorafgaand aan een sanering wordt een validatie uitgevoerd om te bepalen of terugschaling naar Risicoklasse 1 mogelijk is.
Tijdens een proefsanering wordt volgens een duidelijk vastgelegd werkplan een klein deel van het saneringsproject uitgevoerd.
Daarbij wordt nauwkeurig gevolgd of de beschreven werkwijze wordt nageleefd en worden er PAS metingen en omgevingsmetingen uitgevoerd. Een onafhankelijk laboratorium beoordeelt de metingen en als het aantal gevonden asbestvezels niet boven 10% van de normaal geldende grenswaarde uitkomt, kan worden gesproken van een geslaagde validatie en mag de beoordeelde bron met de FoamShield methode in Risicoklasse 1 worden gesaneerd.
FoamShield stelt strikte eisen aan navolging van het werkplan. Saneerders zullen bij het uitvoeren van hun werkzaamheden steekproefsgewijs worden gecontroleerd op naleving van het werkplan en certificatie van medewerkers en apparatuur. Daarnaast zal FoamShield regelmatig controlemetingen laten uitvoeren.
Op dit moment moet iedere bron in ieder project individueel worden gevalideerd.
Iedere validatie kost duizenden euro’s. Op grotere projecten met steeds dezelfde werkzaamheden in dezelfde situatie is het al snel rendabel om met validatie terug te schalen en daarna veiliger, efficiënter en voordeliger in risicoklasse 1 te kunnen saneren. Bij kleinere projecten vormen de kosten van valideren een belemmering.
In de (nabije) toekomst zullen er door het ‘bundelen’ van validaties, SMArt registraties beschikbaar komen, waardoor de FoamShield methode aanzienlijk laagdrempeliger kan worden toegepast.